Keuzevrijheid pensioenen vraagt om goede begeleiding

15 juni 2023
Keuzevrijheid pensioenen vraagt om goede begeleiding

Het nieuwe pensioenstelsel biedt verzekerden meer mogelijkheden en meer individuele keuzevrijheid. Maar dat betekent ook dat zowel werkgevers als werknemers keuzes moeten maken. Niet alleen voor de overgang van het stelsel, maar ook voor de toekomst. 

Want was het pensioen jarenlang vooral een zaak voor de werkgever, in de nieuwe regeling ligt de focus veel meer op de werknemer. Die heeft meer mogelijkheden en kan zijn of haar financiële conditie veel beter afstemmen op de eigen wensen en mogelijkheden. 

Eigen regelingen

Van alle Nederlandse pensioendeelnemers participeeert het overgrote deel, zo'n 80 procent via een pensioenfonds. Die beheren daarmee ook het grootste deel van het pensioenvermogen. Maar er is ook een aanzienlijke groep bedrijven in het MKB die niet onder een CAO vallen en eigen regelingen hebben. Die zijn ondergebracht bij een premiepensioeninstelling (PPI) of een pensioenverzekeraar. Juist deze groep sorteerde de afgelopen jaren al voor op de nieuwe Pensioenwet, vaak met behulp van onafhankelijke adviseurs. 

Keuzes maken

Toch is er nog veel werk aan de winkel. Er komt meer vrijheid van pensioenkeuze, maar die keuzes zullen wel gemaakt én onderhouden moeten worden. Omstandigheden kunnen immers wijzigen en dat vraagt soms om aanpassingen. Werkgever en werknemer moeten dit samen tijdig regelen. Want stel u wilt als werknemer eerder stoppen met werken, bijvoorbeeld al 5 jaar voor de pensioendatum, maar dat gaat niet lukken. Dan moet u onverwacht gedwongen doorwerken en dat kan leiden tot stress, met uiteraard een negatieve weerslag op de fitheid. Fysiek, mentaal, emotioneel en financieel.

Goede keuzebegeleiding

De nieuwe wet schrijft dan ook voor dat medewerkers goed worden begeleid bij het maken van hun keuzes. Dit zal in de praktijk een samenspel zijn tussen ondernemer, adviseur en pensioenuitvoerder. Werkgevers zullen bij de pensioenen die ze hun mensen aanbieden de juiste afwegingen moeten maken qua beleggingsrisico's, keuzevrijheid en premies. Wat levert het pensioen de werknemer straks op en is dat voldoende? En wat zijn de risico's? Zeker als het per 1 januari 2024 mogelijk wordt om 10 procent van de totale pensioen en lijfrentevermogen af te kopen. Dit geeft werknemers kansen om bijvoorbeeld te investeren in woningverduurzaming of om af te lossen op de hypotheek.

Onafhankelijke rol

Zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt zullen werkgevers dit goed voor elkaar willen hebben. Verzekeraars en PPI's kunnen daarbij niet helpen, daarvoor missen ze de binding met de eindklanten (de ondernemer en zijn medewerkers) en de persoonlijke financiële situatie. Hier ligt dus een belangrijke rol voor de onafhankelijke verzekeringsadviseur. Die kent de klant, zowel de werkgever als vaak ook de medewerkers, en kan keuzebegeleiding dus gericht en persoonlijk aanbieden. Onderzoek toont bovendien aan dat goede begeleiding in dit traject zorgt voor meer begrip van de impact die keuzes hebben op de toekomstige financiële situatie.

Vier basisprincipes

Voor de wergever zijn er in de nieuwe pensioenwet vier basisprincipes:

1. Het premiepercentage wordt voor iedere medewerker gelijk, ongeacht de leeftijd.

2. Het nabestaandepensioen moet voor alle medewerkers worden aangepast.

3. Medewerkers moeten begeleiding krijgen in hun beleggingskeuzes binnen de pensioenregeling.

4. Medewerkers moeten begeleiding krijgen bij het maken van keuzes zodra ze met pensioen gaan.

Meer informatie?